donderdag 5 maart 2015

Het witte zand

Zand knarste onder mijn voeten. Wit zand, zo’n zand dat je enkel op tropische eilanden ziet. Eilanden met wuivende palmbomen, bloemenkransen en andere idyllische toestanden. Het klotsende water ontbrak nog. Heel even deed ik mijn ogen dicht en beeldde me in dat ik op dat strand liep. Met mijn wikkelrok die langs mijn benen streek, een tropisch windje dat mijn haren heel lichtjes omhoog blies en een bloemkrans die alles bedekte wat bedekt moest zijn. In de verte zag ik mijn hotel, een soort van bamboehuisje waar elke morgen een niet onknappe inwoner mijn ontbijt kwam brengen. Je weet wel, zo een ontbijt met vers geperst sinaasappelsap, vers gebakken brood, zelfgemaakte confituur, heerlijke mangostukjes, ananas,  zelfs sappige aardbeien die lagen te lonken om opgegeten te worden.
Het water liep zachtjes over mijn voeten terwijl ik mijn ochtendwandeling maakte zodat ik de zon kon zien opkomen. Het licht zag eruit zoals de postkaarten die je heel vaak ziet of de foto’s in vakantiebrochures. Het was paarsrood met hier en daar het wit van een klein wolkensluiertje. Het paarsrode en het donkerblauwe van de lucht was fenomenaal. Even bleef ik staan en tuurde naar de zee. Het water bleef steeds zachtjes strelen over mijn voeten. Dit was echt genieten. Als men hiermee bedoelde batterijtjes oplaten, dan was dit wel batterijtjes opladen.
Mijn niet onknappe inwoner kwam het strand opgewandeld met een plateau vol lekkers. Tijd om te gaan smullen op het terras van mijn bamboehuis. Hij schonk het verse sinaasappelsap in, zette de bordjes vol heerlijke dingen rond mijn bord en schonk me nog een warme glimlach voor hij vertrok. Voorzichtig nam ik een slokje en pakte daarna een heerlijk ruikende aardbei. Ze smolt in mijn mond. Ik genoot. Er was nog een ding dat ontbrak aan mijn fantasie… en ik had het nog maar net gedacht of mijn niet onknappe inwoner kwam de trappen van mijn bamboehuisje op. Ik keek hem uitdagend aan toen hij steeds hoger en hoger de trap opging. Hij keek diep en verleidelijk in mijn ogen.  In zijn handen had hij een heerlijke coupe vanille-ijs met warme chocoladesaus en massa’s slagroom. Hij zette die naast mijn aardbeien. Ik pakte nog een aardbei en dopte die in de slagroom. De zalige smaak van aardbei in combinatie met slagroom en een klein tikje gesmolten chocolade. Ik deed mijn ogen dicht om nog meer te genieten. Ik stak mijn vinger in het ijs en likte mijn vinger die vol met ijs, slagroom en chocoladesaus hing af. Ken je een groter genot dan zo een zalige zonde? Ronduit genieten van zoveel smaak, zoveel zonde zoveel njammie. En dan kwam mijn niet onknappe inwoner opeens opnieuw de trappen op. Ik keek hem verbaasd en niet begrijpend aan. Hij nam mijn hand en kuste die. Kusje voor kusje kwam hij dichter bij mijn mond. Ok, er was inderdaad nog een ding dat ontbrak aan mijn fantasie. Grrrraaauwww…
Hij plaatse een tedere kus in mijn nek en fluisterde toen
‘Mama,...’ verbaasd keek ik op.


‘MAMA!  MAMA! ZEG MAMA! Komaan duw mij eens, ik zit hier te wachten.’
Abrupt werd ik terug op deze wereld gesmeten. Zu
cht! Op mijn blote voeten liep ik naar haar toe om haar te duwen zodat ze kon schommelen. Het witte zand knarste onder mijn voeten.