dinsdag 12 november 2013

Een zondags fietstochtje, deel 2

Ze keek naar buiten en zag dat de zon door de wolken piepte. Er stond een krachtige wind, maar ze wist dat die hem niet zou tegenhouden. In de badkamer was hij zijn wielrennerspak aan het aantrekken. De gebloemde porseleinen klok in haar parelwitte keuken gaf 8u18 aan. Binnen een twaalftal minuten zou hij vertrekken. Haar oog viel op een vlekje op het aanrecht. Snel pakte ze haar vod en veegde het weg. Haar ogen speurden de keuken af, opzoek naar nog een onregelmatigheid. Ze draait haar orchidee, uit plastic uiteraard, een heel klein beetje zodat de bloem parallel stond met de tekening op de bloempot. In haar huis alleen maar plastic planten en bloemen, op die manier werd niks vuil en kon ze er makkelijk het stof vanaf doen. Ze keek nog eens op de klok. 8u21. Ze hoorde hoe hij de eiken trap afging. Met een lichte zenuwachtigheid wreef ze haar handen over elkaar. Nog negen minuten en dan was hij weg. Ze veegde nog een stofje van haar kast. Hij kwam de keuken binnen en glimlachte naar haar.
Dan was het zover. Ervaren klikte hij in zijn pedalen en gaf een eerste duw. Ze zwaaide nog eens en zodra hij uit het zicht was, gooide ze de deur toe. Voor de zoveelste maal keek ze op de klok. 8u33, nog even. Ze haalde heel diep adem en blies krachtig uit. Zou ze wel doorgaan met haar plan? De vertwijfeling bekroop haar even terwijl ze de trap opliep om naar de badkamer te gaan. Toen ze die opende wiste ze het zeker, het was een goed plan. Zijn pyama hing slordig over het bad. De tandpastatube zat in het blauwe potje in plaats van het oranje. Zijn washandje had hij nota bene op de chauffage gelegd hoewel ze al honderden keren gezegd had om die op de handdoekenwarmer te hangen. In nog geen twee minuten had ze alles weer netjes opgeruimd zoals het hoorde volgens haar normen. Tevreden keek ze naar het resultaat, een mooie nette verzorgde marmeren badkamer. Toen ging de bel. Haar hart sloeg over. Hij was er. Eindelijk, hij was er. Als een dartel veulen, op haar manier dan, liep ze de trap af. Ze hapte nog heel even naar adem en voelde of haar witblonde haar nog strak in een dotje zat. Toen alles nauwkeurig nagevoeld was, deed ze een beetje beverig de deur open. Daar stond hij. Hij straalde weer zoals de eerste keer dat ze hem zag. Hij was een adonis. Zijn zwarte glimmende haar zat strak in een paardenstaartje, zijn donder bruine ogen en zijn parelwitte glimlach gaven hem de uitstraling van een fotomodel. Hij zag er proportioneel gespierd uit, maar niet zoals bodybuilders. Als een verlegen tiener glimlachte ze naar hem en deed teken dat hij binnen mocht. Ze begeleidde hem naar de salon. De plastic hoes over de zwart leren zetel kraakte een beetje toen hij neer ging zitten. Ze vroeg of hij iets wou om te drinken? Met een accent dat niet thuis te wijzen was, vroeg hij wat water. Ze trippelde naar de keuken en kwam terug met twee glaasjes. De kurken onderleggers werden boven gehaald.
‘Ik heb niet veel tijd,’ zei hij ‘we moeten het snel afhandelen zodat er zeker geen vermoeden is.’
Ze wist dat hij gelijk had.
‘Hoe wil je het aanpakken?’ vroeg ze terwijl ze een zacht muziekje opzette om de ietwat gespannen sfeer wat te breken.
‘Zo moeilijk is het niet, ik heb al heel wat ervaring.’ knipoogde hij terwijl hij rechtstond en naar haar op haar af stapte. Ze lachte wat zenuwachtig en sloot heel even haar ogen. Zou ze dit wel doen? Ze kon nog snel alles afblazen. Snel ging het scenario nog eens door haar hoofd. Twijfel begon te knagen, net als een schuldgevoel. Hij stond nu recht tegenover haar en keek diep in haar ijsblauwe ogen. Ze voelde zijn adem tegen haar wang. Hij nam haar kin voorzichtig in zijn hand.
‘Ben je het zeker? Je moet nu beslissen.’ fluisterde hij.
‘Ja, doe maar…’ hoorde ze zichzelf zeggen. Ze had haarzelf niet meer in de hand. Zijn aanwezigheid bedwelmde haar. Net als de eerste keer dat ze hem zag. Hij glimlachte en zijn ogen straalden. Zijn hand ging naar beneden en hij haalde zijn telefoon uit zijn broekzak.
‘Ja, begin er maar aan.’ hij keek op zijn horloge ‘binnen vijf minuten is hij ter plaatse dus, breng alles maar snel in gereedheid.’ Hij klapte zijn telefoon toe en grijnsde naar haar.
‘Het komt goed hoor.’ Hij nam haar hand vast en kuste die. Voor ze het goed en wel besefte was hij de deur uit. Nu was het bang afwachten. Op een soort van automatische piloot streek ze de plastic glad en nam ze de twee onaangeroerde glazen mee naar de keuken. Ze trok haar plastic handschoenen aan en waste de glazen af. Het papier van de krant die ze opplooide knisperde en ze legde hem op de keukentafel. Zonder nadenken trok ze naar boven naar de slaapkamer. Ze liet zich op het hemelbed vallen en tuurde de kamer rond. Op zijn stoel hingen zijn kleren. Traag kwam ze recht en stapte erop af. Ze rook aan zijn hemd. Zijn walgelijke zweetgeur sloeg in haar neus. Ze keek op de klok, hij zou hier elk moment kunnen terug zijn.
De bel ging voor de tweede keer vandaag. Ze schrok op uit haar gedachten, was ze nu in slaap gevallen op haar bed? Zat haar haar nog goed? Snel voelde ze even, alles was nog in orde. Met een onrustig gevoel opende ze de deur. Hij stond er weer, de adonis. Iets minder netjes dan daarnet weliswaar.
‘Gelukt?’ vroeg ze met een benepen stemmetje.
‘Ja, alles ging volgens plan. Het lichaam van de vrouw die Alexi in de rivier gooide, ligt al terug in het mortuarium van het ziekenhuis. Dat was een goed idee van je om twee zakjes bloed in haar lichaam te spuiten, het zorgde voor een nog realistischer effect. Niemand heeft iets gemerkt. Marec moest niet te lang onder water blijven om dat lijk te doen bewegen. En dat de ambulanciers drie Russen waren, was niemand opgevallen. De politie zelf was snel ter plaatse omdat ik direct gebeld heb. Ze hebben hem meegenomen. Hij zit daar nu voor verhoor.’
Hij grijnsde naar haar. ‘Alexi wacht trouwens op hem, straks is het over.’
‘Goed,’ zei ze opgelucht, haar plan had gewerkt. ‘Ik haal het koffertje.’
Twee minuten later was ze terug, met het koffertje. Al zes jaar lang, sinds ze getrouwd waren, stak ze elke week een briefje van 50 euro in het koffertje. Ze haalde de helft van het bedrag uit en deed het in twee grote broodzakken.
‘Hier, de rest krijg je zodra ik iets van de politie hoor.’
Voor de derde keer ging die ochtend de bel. Ze poeierde snel haar gezicht nog met een bleke blush. Toen ze de deur opendeed stonden ze voor haar de politie.
Ze begon te lachen. Een griezelig luide lach weerklonk door de gang. De politie was vol medelijden vertrokken. Echtgenoot nummer vijf lag weldra bij de pieren. Alweer een levensverzekering en een erfenis. Ze wist wat haar te doen stond, er was iemand die troost nodig had en ze legde een krantenartikel netjes op de keukentafel.


Op de keukentafel lag een uitgeknipt krantenartikel met als kop ‘Vrouw van miljardair gisteren overleden na ongeval.’